Nieuws

Een belangrijke oorzaak van gedragsproblemen;stress…

Wat gebeurt er bij stress?

In situaties die door een individu als gevaarlijk of spannend worden ervaren, maakt het lichaam een stofje aan, het stresshormoon adrenaline. Adrenaline zorgt ervoor dat je snel kunt denken en snel kunt reageren in een gevaarlijke situatie. Maar niet alleen in gevaarlijke situaties stijgt het stresshormoon. Ook bij pijn, verdriet, of juist opwinding van blijdschap stijgt de adrenaline. Fysieke inspanning draagt ook bij aan een stijging. Iedere dag stijgt en daalt dit stofje dus in ons bloed, net als bij onze honden. Gedurende de slaap daalt het stressniveau weer. En zolang het stresshormoon niet teveel stijgt en voldoende tijd krijgt om weer te zakken, is er niets aan de hand. Dan blijf je in balans. Pas als het spreekwoordelijke glas overloopt, komt een mens of dier in de problemen. Dan spreek je van chronische stress, overspannenheid of ‘burn out’. De meesten van ons hebben wel eens ervaren dat we prikkelbaar kunnen zijn bij te veel spanning en te weinig slaap. Sneller boos worden en geluidgevoeliger zijn. Dat is ook wat bij honden gebeurt, vooral als er gedurende langere tijd teveel stress bestaat. Naast gedragsproblemen wordt ook het risico op gezondheidsproblemen groter, omdat het immuunsysteem wordt ondermijnd: terugkerende oorontsteking, blaasontsteking en huidproblemen zijn bekende voorbeelden.

Het vervelende van stresshormonen is dat het lang duurt voordat ze uit je lichaam zijn verdwenen. Honden die vluchten omdat ze zijn geschrokken, bijvoorbeeld van vuurwerk, kunnen wel 2 tot 6 dagen weg blijven. Zo lang kan het duren voordat de stresshormonen weer voldoende gedaald zijn en een hond durft terug te komen. (1) Tijd geven om te herstellen van stress is dus van groot belang. Dat betekent dat je een hond rust moet geven. Een plek waar de hond graag ligt en zich kan terugtrekken is dan ook belangrijk. Helaas krijgen mensen nog vaak het tegenovergestelde advies: eigenaren van drukke puppy’s of hyperactieve honden horen vaak dat ze uren moeten wandelen, moeten gaan fietsen met de hond, de hond moe moeten maken. ‘Doe meer’ wordt gezegd, maar het advies zou juist moeten zijn ‘doe minder’! (2) Veel mensen denken dat een drukke puppy nog te veel energie heeft. Het tegendeel is waar: de pup is net als drukke kleine kinderen aan het eind van de dag heel moe en heeft juist rust nodig. Het motortje is als het ware doorgedraaid.

Herstellen van chronische stress kan soms maanden en zelfs jaren duren. Dit geldt zowel voor honden die overvraagd zijn (fysiek en mentaal), als voor getraumatiseerde honden.

Oorzaken van stress bij honden

Bij een verandering in het gedrag van de hond is het van belang te kijken naar de gezondheidstoestand. Ziekte en pijn/jeuk behoren tot de belangrijkste oorzaken van stress. Een bezoek aan de dierenarts kan zinvol zijn, ook al kun je zelf niets ontdekken.

Straf is een andere grote stressor, met alle nadelige gevolgen vandien. Om te weten wat als straf wordt ervaren helpt het te bedenken hoe het zou voelen als je zelf bijvoorbeeld tijdens een wandeling vele rukjes aan je hals zou krijgen. Ook nog eens vastzittend aan een lijn waar je zelf geen controle over hebt en niet wetend wanneer die rukjes komen. Er zijn goede alternatieven voor straf als een hond ongewenst gedrag vertoont.

In onze mensenwereld bestaan vele stressvolle situaties voor honden. Drukte, lawaai, verkeer om er maar een paar te noemen. De ene hond kan er beter mee omgaan dan de andere. Dat heeft met verschillende factoren te maken, zoals genetische aanleg en ervaringen. Vooral de ervaringen in de eerste twee levensjaren kunnen grote invloed hebben op de rest van het leven.

Wij brengen vaak onbewust honden in moeilijke situaties. Het is een lange lijst. Stressfactoren in een hondenleven kunnen zijn: een schoolplein; winkelcentrum of markt; vastgebonden zitten buiten een winkel; opgesloten zijn; verblijf in een asiel of pension; alleen thuis zijn; harde geluiden zoals onweer of vuurwerk; bezoek aan de dierenarts en trimster; gehoorzaamheidstraining, flyball of andere opwindende en fysiek zware cursussen en langs de fiets meelopen. Maar ook een zieke eigenaar; drukke kinderen; bezoek; het zien van katten of andere honden; stoeien, trekspelletjes en ballen gooien; aangeraakt worden door vreemde mensen; mee met de bus van de uitlaatservice en verkeerde ‘handling’ en hulpmiddelen (bijv. slipketting, snuitband zoals de Halti en anti-trektuig zoals de Lupi) kunnen stress geven.

Natuurlijk kun je stressvolle situaties niet altijd voorkomen. Een bezoek aan de dierenarts is nu eenmaal soms noodzakelijk. Maar ook dan kunnen we het een hond wel makkelijker maken. Wacht met je hond in de auto of buiten in plaats van in de wachtkamer, waar de hond stress kan opbouwen. Blijf zelf rustig, geef geen commando’s en corrigeer niet. Misschien wil de dierenarts de inenting wel buiten geven in plaats van in de spreekkamer. En is een bezoek stressvol geweest voor de hond, zorg dan dat de hond de dag erna extra rust krijgt. Als je hond panisch is voor de dierenarts, overweeg dan op zoek te gaan naar een dierenarts die bij je thuis wil komen.

Belangrijk is dat je leert zien wat voor jouw hond stressvol is. En dat kan natuurlijk, afhankelijk van leeftijd of gezondheidstoestand, wisselen. Sommige van bovenstaande situaties zijn per definitie stressvol voor honden, zoals straf en ziekte en pijn. Hoe graag wij ook iets willen, stel jezelf steeds de vraag of het in het belang van je hond is. Observeer je hond, hoe gedraagt hij zich, hoe beweegt hij, wat geeft hij aan? Houdt hij zijn rug rond en strekt hij zich niet een keer uit tijdens een les behendigheid? Houdt hij zijn voor- en achterpoten dicht bij elkaar en beweegt hij de kop zo snel als mogelijk weer naar beneden? Bovenstaande wijst op pijn en toch doet de hond wat wij hem vragen. (3) Loopt je hond in kruisgang of telgang? Telgang kan mogelijk wijzen op pijn of een laag energieniveau. De hond probeert op die manier pijn te verminderen of energie te sparen. Mee aan de fiets en niet zelf het tempo en de duur kunnen bepalen? Niet kunnen stoppen als je ergens van schrikt of je voetzolen pijn doen, niet de nodige signalen met andere honden kunnen uitwisselen? Denk steeds goed na wat je van je hond vraagt en observeer of jouw hond het aankan. En zorg dat je de hond voldoende tijd geeft voor herstel.

Ook de manier waarop wij met honden omgaan kan een belangrijke oorzaak zijn van een te hoog stressniveau bij honden. Meestal gebeurt dat niet opzettelijk. Integendeel, de meeste mensen hebben het beste voor met hun hond. Vaak berust het op een gebrek aan kennis. Niet vreemd, want die kennis is nog betrekkelijk nieuw. Pas de laatste 10-15 jaar wordt gedegen onderzoek verricht. Maar het goede nieuws is, dat er juist in die omgang met honden veel winst valt te behalen.

Dat een hond zal proberen de baas over ons te worden is een zeer hardnekkig denkbeeld. De angst voor de zogenaamde dominante hond is ons decennia lang ingepeperd en bepaalt nog steeds ons denken over honden en onze omgang met honden. Wij geven een hond meestal maar heel weinig keuzes: wij bepalen de route van de wandeling, waar en hoelang de hond snuffelt, wanneer en wat hij eet, hoe lang hij wandelt, wanneer hij zijn behoefte mag doen, waar hij moet slapen, wanneer hij geknuffeld wordt en we vinden dat de hond te allen tijde naar ons kan en moet luisteren en liefst meteen. Wij voeren de regie over zijn leven en dat geeft honden veel stress. Als we de signalen die de hond ons geeft leren zien, zijn taal leren, dan komen we er achter wat zijn behoeftes zijn en waar zijn grenzen liggen. In welke situaties de hond zich onveilig voelt of juist prettig. Dan kunnen we veel onnodige stress voorkomen. Niet verstaan worden tast het welzijn van een hond ernstig aan.

De zwarte hond wordt gecorrigeerd door middel van een ruk aan de lijn. Dat is traumatiserend en zeer schadelijk voor de kwetsbare nek. De vele conflictvermijdende signalen, zoals de lik over de neus, de opgeheven poot en de naar achteren staande oren laten zien dat het stressniveau hoog is. Daarnaast buigt de hond zijn achterhand met staart naar binnen om zijn lichaam te sluiten voor de dreiging. De ogen hebben een verkorte starende blik gekregen. (Foto uit ‘Hondenmanieren’)

Hoe kun je stress herkennen?

Net als de lijst van oorzaken is ook de lijst van stress-symptomen lang. Hijgen is een symptoom dat bij stress snel wordt gezien. Maar een hond kan natuurlijk ook hijgen na inspanning of bij warmte. Gapen kan vermoeidheid zijn of een signaal om een ander gerust te stellen. Bij stress zorgt gapen ervoor dat de stress afneemt. De hond stelt zichzelf als het ware gerust. De context waarin je een signaal waarneemt is dus belangrijk om het goed te kunnen duiden. Geoefende waarnemers zullen ook verschillen zien in het hijgen of het gapen.

Zoals de ene persoon nagels zal gaan bijten in spannende situaties, zal een ander misschien rusteloos op en neer gaan lopen. Bij honden is dat precies zo: gaat de een meteen blaffen, een andere hond zal eerder onder de tafel duiken.

Een situatie waarin veel honden in meer of mindere mate spanning ervaren is de komst van bezoek. Al van kleins af aan ervaren honden de drukte rondom bezoek. De bel als vooraankondiging van onrust op de plek waar je je veilig voelt. Goedbedoelde knuffels van vreemde mensen en hoge stemmen. De pup weet zich met de aandacht van het bezoek geen raad en wordt onrustig en bijterig ten gevolge van de verhoogde spanning. Hoe harder de beet, des te hoger de stress. Helaas wordt ongewenst gedrag bij bezoek vaak afgestraft met als gevolg dat het stressniveau verder stijgt en er een negatieve associatie ontstaat met bel en bezoek. Blaffen, opgewonden gedrag, dingen in de bek dragen, opspringen, plassen, snappen, bijten, omklemmen en rijden, likken en rondjes draaien zijn voorbeelden van veelvoorkomend gedrag bij de komst van bezoek.

Een pantoffel of schoen in de bek nemen wordt door mensen leuk gevonden, maar de hond probeert op die manier om te gaan met de spanning. Bijten kan stress-bijten zijn, iets dat je veel ziet bij puppy’s en jonge honden, maar kan ook een heel ander soort bijten zijn, namelijk om de dreiging af te wenden. Als een hond plast als er bezoek komt, wordt vaak gezegd dat het ‘vreugdeplasjes’ zijn. Maar plassen in deze context betekent altijd een verhoogde spanning: als adrenaline stijgt, gaan de nieren harder werker. Net al bij ons als wij vlak voor een examen eerst nog even moeten plassen. Ook blaffen is een teken van verhoogde spanning. Dat kan van blijdschap of opwinding zijn, maar ook vanuit negatieve spanning. Bijvoorbeeld als de hond probeert de afstand tussen hemzelf en degene die hij bedreigend vindt te vergroten. De reden van het blaffen is te horen aan toonhoogte en patroon van het blaffen. Rijden wordt heel vaak bestraft, maar is een ernstig stress-signaal. Samen met het stresshormoon adrenaline stijgt het seksueel hormoon. In het lichaam gebeurt dus heel veel als de spanning stijgt.

Een aantal veelvoorkomende stress-symptomen, naast de hierboven genoemde, zijn: rusteloosheid; overgevoeligheid voor geluid en/of bewegingen; gespannen spieren; staart najagen; diarree; vernielen; kwijlen; erectie; schuim in mondhoeken; alert slapen; verandering van de kleur van de ogen en omhoog staande haren op de rug. Ook bij honden die de hele tijd bezig zijn en steeds contact willen hebben, speelt stress een rol. Voorts is bijten in riem, broekspijpen of handen een teken dat het stressniveau snel stijgt. Hard tegen een andere hond of mens aanlopen; schaduwen najagen; snel opgewonden zijn; waakgedrag; niet kunnen concentreren; niet kunnen luisteren; zweetvoetjes; een harde beet; mentale vermoeidheid; geen contact kunnen maken; niet eten of juist teveel; haarverlies; rijden op andere honden, mensen of een kussen; een snelle kwispel van de staart; beven; krabben en vernielen horen ook in de rij van stress-signalen thuis.

Door middel van veel van de bovenstaande gedragingen probeert een hond zijn stress kwijt te raken. Dat kan ook door een voortdurende herhaling van hetzelfde gedrag. We kennen allemaal de tijger of ijsbeer in de dierentuin die heen en weer loopt langs de tralies. Een herhaling van bewegingen stimuleert de aanmaak van endorfine die ook al getriggerd is door pijn en stress. Dit stofje verdooft de pijn en verlaagt het stressniveau. Bij honden zie je bijvoorbeeld het voortdurend likken van zichzelf of van een glad voorwerp of het sabbelen op een deken. Een schrijnend voorbeeld is de hond die alleen al bij het zien van de stroomband zijn flosstouw in de bek nam om er in ritmische bewegingen op te sabbelen. Op die manier probeerde deze hond de enorme stress die ontstond bij het zien van de stroomband te beheersen.

Honden kunnen in stressvolle situaties juist ook rustig gedrag vertonen, waardoor de indruk kan ontstaan dat zij ermee overweg kunnen. Als een drukke omgeving door een hond als bedreigend wordt ervaren, kan de hond zich hiervoor afsluiten (hond kan gaan staren en bevriezen). Naderhand kunnen er door het opgelopen stressniveau wel reacties te zien zijn.

Gezondheidsproblemen die kunnen samenhangen met stress zijn onder meer de al eerder genoemde infecties in oren en blaas; hartproblemen; allergieën; voeding-gerelateerde problemen; verlies van pigment in de neus of een droge brokkelige neus; hoofdpijn (de hond houdt vaak de kop tussen de poten); oorproblemen, zoals vieze oren, stinkende oren of mijten; epileptische aanvallen (kan gerelateerd zijn aan hebben van een obsessie voor dingen, bijvoorbeeld vliegen); brokkelige nagels; prostaatproblemen en huidproblemen, zoals kale, kapotte plekken.

Lange termijn consequenties

Gedragsproblemen die vaak voorkomen ten gevolge van veel en langdurige stress kunnen zijn angsten, depressiviteit, agressie, obsessief gedrag, hyperactiviteit en een hond die zich steeds terugtrekt, in het Engels aangeduid met de term ‘shut down’. Ook overgevoeligheid voor geluid, licht, geuren, bewegingen en aanraking en trekken en/of uitvallen aan de lijn zijn voorbeelden van gedragsproblemen waarbij chronische stress (mede) een rol speelt.

Bij stress is er meestal sprake van een opbouw. Kan een hond op maandag nog omgaan met het alleen zijn, de dinsdag en helemaal de woensdag kunnen al veel moeilijker worden. Of neem een Border Collie, een sensitieve hond. Lukt het de hond normaal gesproken om niet achter een rijdende auto aan te gaan, tijdens de periode van het vuurwerk kan diezelfde auto de hond helemaal gek maken. Bijtincidenten bij kinderen zijn gelukkig zeldzaam, maar als het voorkomt is het naar mijn ervaring vaker op een maandag dan een andere dag in de week. Tijdens het weekend, wanneer kinderen die over de grenzen van een hond gaan thuis zijn, kan het stressniveau bij de hond oplopen. Het lukt de hond dan nog ermee om te gaan, maar als er op maandag niet genoeg gerust kan worden en het stressniveau verder is gestegen, is er bij thuiskomst van de kinderen soms maar een kleine trigger nodig. Een volgend bijtincident is bij verantwoorde omgang heel goed te voorkomen.

In het voorkomen van gedragsproblemen is het dus belangrijk om zicht te krijgen op het mechanisme stress in het algemeen en bij jouw hond in het bijzonder.

Wat kun je voor je hond doen?

Gelukkig kun je veel doen. Soms zelfs met snel resultaat, maar meestal is geduld vereist. En ‘less is more’ gaat hierbij heel vaak op.

Het is niet mogelijk in dit artikel om volledig te zijn en al helemaal niet om het toe te spitsen op een bepaalde hond, eigenaar en situatie en op een bepaald gedragsprobleem, maar een aantal algemene belangrijke aandachtspunten, waarvan enkele hierboven reeds beschreven, kan ik wel geven. Dingen om over na te denken.

Daar waar mogelijk is preventie natuurlijk het allerbeste. Stress kun je voorkomen of beperkt houden door de taal van de hond te leren. Observeer je hond en probeer er achter te komen wat zijn behoeftes zijn en in welke situaties hij zich niet prettig voelt of juist wel.

Ban alle vormen van straf uit. Straf schaadt het vertrouwen en maakt de hond onzeker. In de derde klas van de basisschool kreeg ik les van een juf die schreeuwde en op de vingers sloeg als je in haar ogen iets verkeerds deed. In geen enkel ander jaar waren mijn prestaties zo slecht. De spanning alleen al van de mogelijkheid van straf blokkeerde het leerproces. En hoe kun je je veilig en beschermd weten door iemand die zelf geen controle lijkt te hebben? Die onvoorspelbaar is in zijn gedrag. Straffen heeft niets met leren te maken.

Voor een hond is structuur en voorspelbaarheid belangrijk. De meeste honden zijn gewoontedieren en houden van regelmaat. Je kunt honden laten weten dat je van huis gaat door bijvoorbeeld altijd hetzelfde zinnetje uit te spreken. En bij ongewenst gedrag kun je op een vriendelijke manier grenzen aangeven.

Als je een cursus wilt volgen, denk er dan aan naar een cursus te gaan waar individueel of in een klein groepje wordt gewerkt. Lessen waar de honden worden opgepept, waar geschreeuwd wordt of waar je met hoge stem of een speeltje je hond moet aanmoedigen, zijn niet in het belang van honden. Een hond moet zich kunnen concentreren en moet kunnen nadenken. Honden die te opgewonden zijn kunnen dat niet. Lessen waar je hond een uur lang, zonder pauze, in een groep van 8 of 10 honden aan een korte lijn commando’s moet uitvoeren, zijn schadelijk voor je hond. Bezoek een cursus waar je leert communiceren in plaats van commanderen. Een cursus waar wordt gekeken naar wat jouw hond aankan en waar je leert ervoor te zorgen dat de hond zich kan ontwikkelen tot een stabiele hond met een flinke dosis zelfvertrouwen. Met zo’n hond kun je ‘lezen en schrijven’ zonder commando’s of afleiden met snoep.

Bedenk dat ballen gooien, vooral als je dat dagelijks doet, slecht is voor het bewegingsapparaat en het stressniveau doet stijgen. En dat we honden daarmee feitelijk trainen in het najagen. Honden die gedurende een wandeling alleen nog maar oog hebben voor de bal en constant hiermee bezig moeten worden gehouden, hebben een ongezonde obsessie ontwikkeld.

Je kunt voor bijvoorbeeld een week een dagboekje bijhouden van wat de hond allemaal doet. Als je uitkomt op 40 procent actie en 60 procent rust per 24 uur is dat eigenlijk al niet goed. Een hond heeft per etmaal zo’n 18 uur slaap nodig om mentaal en fysiek gezond te blijven. (4)

‘Quality time’ kan je een hond op vele manieren geven. Bijvoorbeeld door een boswandeling. Soms zie je mensen met een hond wandelen, maar lijkt het alsof ze zich niet realiseren dat de hond mee is. Ze zijn druk met bellen of lopen ver vooruit zonder om te kijken naar de hond. Dan is een wandeling geen ‘quality time’. Tegen elkaar aanliggen op de bank of even tegen je hond praten is ook ‘quality time’. Het gaat om de band die je met je hond hebt, wat je ook samen doet.

Honden doe je een groot plezier met een ‘snoepjes boom’: leg in en rond een boom of op boomstammen allerlei lekkernijen. Je kunt ook je tuin ‘versieren’ met lekkere dingen. Het zoeken geeft de hond enorm veel voldoening. Bovendien kost het zoveel energie dat de hond erna voldaan moe is en het stressniveau gedaald.

Door in een rustig tempo te wandelen breng je ontspanning bij je hond. Het is goed om te observeren bij welk tempo en in welke omgeving je hond zich prettig voelt en om hem volop te laten snuffelen. Dat geeft een hond informatie over de omgeving, andere honden en dieren. Soms staat een hond een tijd stil. Niet om te plagen, maar om met alle zintuigen de omgeving in zich op te nemen. Gebruik enkel hulpmiddelen die geen pijn veroorzaken. Liefst een goed zittend borsttuig en een lichte lijn van 3 of 5 meter. De lijn dient uit veiligheidsoverwegingen en niet om de hond mee te corrigeren. Honden vinden het niet prettig om aangelijnd recht op een mens of andere hond af te lopen. Je kunt daar rekening mee houden door in een boog te lopen.

Een pup mag nog maar hele kleine stukjes wandelen. Een hond van bijvoorbeeld 4 maanden oud mag maximaal 20 minuten in totaal over de hele dag wandelen. Het rekensommetje is veelal bekend: het aantal maanden vermenigvuldigen met 5 minuten. Vaak wordt gedacht dat dit de wandeltijd per keer is. Maar dan zou je puppy met 4 maanden al aan de wandeltijd van een volwassen hond komen. Geen moederhond die haar pup dit zou aandoen. Het zou veel te belastend zijn voor het nog weke skelet en fysiek veel te zwaar. Door de grote inspanning en de vele prikkels van al het nieuwe stijgt het stressniveau, waardoor de pup niet meer tot rust kan komen. Hyperactiviteit en andere ongewenste gedragingen zijn het gevolg. Belangrijkste blijft dat je leert zien wat de hond aankan. Misschien is dat wel minder dan de uitkomst van bovenstaande rekensom. Of wil hij helemaal nog niet wandelen, ook goed. Dat komt vanzelf. Bedenk dat je een pup ook in je armen mee naar buiten kunt nemen. Om alleen maar even in de voortuin te staan of voor een kleine wandeling. Zonder fysieke inspanning en vanuit een veilige positie kan de pup de vreemde wereld geleidelijk in zich opnemen.

Vraag bezoek of ze willen helpen het voor de hond zo ontspannen mogelijk te maken door de hond niet aan te kijken en niet aan te halen. Wij vinden het ook niet prettig om door vreemden aangeraakt te worden. Bij opspringen helpt het om rustig je rug naar de hond toe te draaien. Dan ben je minder bedreigend en zal de hond sneller kalmeren.

De scheiding van de moeder, verblijf in een asiel en een herplaatsing geven een hond veel stress. Geef de hond tijd om aan de mensen en aan de nieuwe omgeving te wennen. Maak zijn wereld nog niet te groot.

Belangrijk is je te realiseren wat je allemaal van je hond vraagt en of jouw hond dit aankan. Misschien doe je te veel en breng je je hond onbewust in moeilijke situaties. Als er dingen te verbeteren zijn, gun jezelf daarvoor dan de tijd. Hopelijk kan dit artikel bijdragen aan het welzijn van je hond.

Bron;Clara ten Oever

Aanmelden voor de nieuwsbrief

Aanmelden voor de nieuwsbrief