Nieuws

Castratie versus sterilisatie, bij zowel reu als teef

Castratie en sterilisatie bij de reu

De teelballen van de reu worden ook testikels of testes genoemd. Daarnaast liggen de bijballen. De teelballen produceren zaadcellen, die in de bijballen opgeslagen worden en verder rijpen. Bij een zaadlozing worden zaadcellen via de zaadleiders langs de prostaat en de zaadblaasjes gevoerd (beide produceren vocht) en vervolgens via de urinebuis naar buiten.

  • Bij castratie worden de teelballen en de bijballen chirurgisch verwijderd, waardoor er geen productie van zaadcellen meer is.
  • Bij sterilisatie worden de zaadleiders onderbroken. Er is dan nog steeds productie van zaadcellen, maar deze kunnen het lichaam niet meer verlaten. Omdat de productie doorgaat, worden de eerder geproduceerde zaadcellen na enige tijd binnen het lichaam afgebroken. Dit heeft geen nadelige gevolgen voor de reu.

Na beide behandelingen is de reu onvruchtbaar. Castratie heeft echter meer gevolgen dan alleen onvruchtbaarheid, omdat de hormoonproductie in de teelballen wegvalt. De gevolgen hiervan zijn beschreven in eerdere artikelen. Bij sterilisatie verandert er niets aan de hormoonhuishouding. Hiernaast is bij reuen chemische castratie mogelijk. Door middel van een injectie of implantaat wordt de reu tijdelijk onvruchtbaar. Hormonaal heeft dit hetzelfde effect als chirurgische castratie.

Castratie en sterilisatie bij de teef

In de eierstokken / ovaria van de teef rijpen eicellen tot het moment van eisprong / ovulatie. Onder invloed van hormonen komen op dat moment meerdere eicellen tegelijkertijd vrij uit de eierstokken, waarna deze via de eileiders richting de baarmoeder gaan. Als de teef op het juiste moment gedekt wordt, kunnen eicellen in de eileider in contact komen met zaadcellen. Er vindt dan bevruchting plaats en de bevruchte eicellen nestelen zich in de baarmoeder.

Castratie

Castratie bij de teef kan verschillende benamingen en betekenissen hebben:

  1. Ovariëctomie: een vorm van castratie waarbij alleen de eierstokken van de teef verwijderd worden, de overige structuren blijven intact. Er is geen productie van eicellen meer mogelijk, waardoor de teef onvruchtbaar is. Net zoals bij de reu valt in dit geval de hormoonproductie in de eierstokken weg, waardoor castratie meer gevolgen heeft dan alleen onvruchtbaarheid. Deze gevolgen zijn ook beschreven in een eerder artikel.
  2. Ovariohysterectomie: een vorm van castratie waarbij zowel de eierstokken als de baarmoeder verwijderd worden. De gevolgen zijn hetzelfde als bij ovariëctomie. Het verwijderen van de baarmoeder naast het verwijderen van de eierstokken kan gedaan worden om baarmoederontsteking te voorkomen, hoewel de kans daarop na een ovariëctomie ook al zeer sterk verminderd lijkt.
  3. Hysterectomie: een vorm van castratie waarbij alleen de baarmoeder verwijderd wordt, de overige structuren (waaronder de eierstokken) blijven zitten. Over deze operatie is bijna niets bekend bij honden, omdat dit bijna nooit gedaan wordt. Met castratie bij de teef wordt dus in principe ovariëctomie of ovariohysterectomie bedoeld.

Sterilisatie

Bij sterilisatie worden de eileiders onderbroken. Hierdoor kunnen eicellen niet meer in contact komen met zaadcellen, waardoor er geen bevruchting meer mogelijk is. Na sterilisatie is de teef onvruchtbaar, maar verandert er niets in de hormoonhuishouding. De vrijgekomen eicellen worden in het lichaam afgebroken, zonder nadelige gevolgen voor de teef.

Wanneer castratie en wanneer sterilisatie?

Omdat men naast het onvruchtbaar maken van de hond vaak de invloed van de hormonen weg wil nemen (bijvoorbeeld vanwege het effect op gedrag of gezondheid), worden honden in principe gecastreerd.

De term sterilisatie bij de teef is echter zo ingeburgerd, dat zelfs professionals deze gebruiken, om de eigenaar niet te verwarren. Als je je teef zonder grondig overleg over de precieze ingreep hebt laten steriliseren, is zij vrijwel zeker gecastreerd, omdat dit de standaard is. Ook in verzekeringsvoorwaarden kan gesproken worden over sterilisatie van de teef, terwijl hiermee castratie bedoeld wordt. Naar mijn mening is dit verwarrender dan het uitleggen van de juiste term. Sterilisatie is uiteraard mogelijk en er zijn honden die gesteriliseerd zijn, maar dit komt heel weinig voor.

Voor mijn masterthesis dierwetenschappen doe ik onderzoek naar castratie bij honden. Om een idee te krijgen van de verhoudingen, hierbij de voorlopige cijfers uit mijn enquête:

  • 393 van de 1130 honden zijn intact (35%)
  • 678 van de 1130 honden zijn gecastreerd (60%)
  • 49 van de 1130 honden zijn (recent) chemisch gecastreerd (4%)

De overige 10 eigenaren (1%) hebben gekozen voor de optie ‘anders / weet ik niet’. Hieronder vallen onder andere de honden die gesteriliseerd zijn. Bij deze cijfers moeten wel enkele kanttekeningen geplaatst worden. Omdat castratie het onderwerp van het onderzoek is, voelen eigenaren van gecastreerde honden zich waarschijnlijk extra aangesproken. Er zijn geen betrouwbare cijfers over de precieze verhouding. Uit andere bronnen blijkt dat tussen de 40% en 60% van de honden intact is. Daarbij vullen vooral zeer gemotiveerde en sterk betrokken hondeneigenaren de enquête in. Onder eigenaren die minder intensief met hun hond bezig zijn, zijn de verhoudingen wellicht anders.

Referenties

  • Sjaastad, Sand and Hove (2010). Physiology of Domestic Animals, Second Edition. Scandinavian Veterinary Press.

Credits

Dit artikel is geschreven door Pascalle Roulaux, Bachelor diergeneeskunde en Masterstudent dierwetenschappen Wageningen University & Research.

Aanmelden voor de nieuwsbrief

Aanmelden voor de nieuwsbrief