Nieuws
Feiten over straffen
Tegenwoordig is straffen een emotioneel mijnenveld van misvattingen, goede bedoelingen en algemene verwarring geworden. En dat is het goede nieuws. We zouden ons af moeten keren van de tijd waarin het gebruik van straf de norm was en waarin het de meest voorkomende, zo niet enige strategie was voor het veranderen van ongewenst gedrag. Een groot deel van de huidige verwarring komt door de eeuwige kloof tussen wetenschap en praktijk. Denegatieve effecten van sommige vormen van straf zijn wetenschappelijk bestudeerd en zijn goed vastgelegd. Deze studies laten zien wat de schadelijke gevolgen van straf zijn. Iedere huisdiereigenaar zou hiervan op de hoogte moeten zijn.
Een ander probleem is dat straffen hetgeen is waar velen van ons het beste in zijn…. of in ieder geval als eerste doen. Het is iets wat ons van generatie op generatie wordt doorgegeven. We worden vrijwel overal om ons heen geconfronteerd met op straf gebaseerde strategieën die worden ingezet om ons gedrag te beïnvloeden: van te laat ingeleverde bibliotheekboeken tot aan boetes als je je hondenbelasting niet hebt betaald; boetes, straffen en berispingen dwarrelen om ons heen als bladeren in een storm. Velen van ons staan met lege handen als we het straffen moeten inleveren als primair instrument om ongewenst gedrag te beïnvloeden. Met dit artikel, hopen we de kloof tussen wetenschap en het straffen van huisdieren in de praktijk te verkleinen. We geven je ook de nodige informatie, zodat jij jouw training kunt baseren op feiten in plaats van op een cultureel erfgoed.
Een functionele definitie
Het wordt vaak gezegd dat dieren niet reageren op de straf. Deze misvatting is ontstaan, doordat de term ‘straf’ te losjes wordt gebruikt. De emotionele toestand van de persoon die de straf toedient is vaak de leidraad in plaats van het resultaat van het gedrag van het dier. Het is waar dat dieren niet reageren op woede, vergelding of wraak. Hoewel deze negatieve gevolgen door sommigen van ons als straf worden ervaren, zullen dieren dergelijke complexe intermenselijke zaken niet begrijpen. Een heldere definitie van straf is nodig om veel voorkomende misvattingen uit de wereld te helpen. Dan worden we in staat gesteld om het effect van onze training te meten. Vanuit dit perspectief geeft de wetenschap een betere, bruikbare definitie dan de Dikke van Dale dat doet. Eenvoudig en nauwkeurig;
Straf is iets wat volgt na een gedrag, met als doel de frequentie of de intensiteit van dat gedrag te verminderen.
Wat betreft deze definitie zijn er twee belangrijke punten om rekening mee te houden:
1. Ten eerste, het effect van een bepaalde straf hangt erg van het individu af. Of het effectief is geweest, is terug te zien in het resulterende gedrag. Dit betekent dat wat door het ene individu als straf wordt ervaren (als het gedrag vermindert) door een ander individu als beloning kan worden ervaren (als het gedrag blijft of verhoogt wordt). We kunnen weloverwogen inschatten of een bepaalde straf effectief zal zijn, maar we weten het pas zeker als we gaan kijken wat er gebeurt met de frequentie van het gedrag. Schreeuwen tegen een blaffende hond is een goed voorbeeld van een gevolg wat bedoeld is als straf, maar wat eigenlijk een zeer effectieve beloning blijkt te zijn, want het blaffen neemt hierdoor alleen maar toe.
2. Dit brengt ons bij het tweede punt wat om opheldering vraagt: Straf is niet één aanpak, maar een spectrum van strategieën van zeer mild tot zeer aversief. Gezien onze definitie van straf (als een gedrag reducerende techniek) is het belangrijk om de aard van dit spectrum te begrijpen, omdat er zeer milde strategieën zijn die aan te raden zijn bij bepaalde omstandigheden voor bepaalde dieren of bepaaldegedragingen.
Strategieën om gedrag te laten afnemen
Iets wegnemen
Een milde vorm van straf is het wegnemen van iets wat geliefd is, zoals bijvoorbeeld aandacht. Veel mensen hebben op deze manier bijtgedrag bij puppies met succes kunnen terugdringen. Elke keer als de pup zich bezighoudt met dergelijk gedrag, kun je hem rustig de aandacht ontnemen door bijvoorbeeld weg te lopen. Na slechts een paar herhalingen leggen de meeste pups het verband tussen het ongewenste gedrag en het weglopen. Ze kiezen er daarna voor om verder te spelen op jouw voorwaarden. Boosheid, frustratie of een hardhandige aanpak zijn niet nodig. Alleen duidelijkheid, het wegnemen, en een nieuwe kans om het goed te doen.
Het wegnemen van aandacht is ook een goed voorbeeld van hoe effectief een bepaalde aanpak is en dat dezeverschilt van persoon tot persoon. Sommige dieren houden er niet van om aangeraakt te worden. Bij deze dieren zou het wegnemen van aandacht (in de vorm van aanraking) het bijtgedrag juist laten toenemen.
Negeren
Een ander voorbeeld van een milde straf is negeren van ongewenst gedrag, wat betekent dat je geen aandacht schenkt aan het gedrag wat voorheen wél aandacht kreeg. Negeren is niet zo eenvoudig als het lijkt, maar het is zeer effectief wanneer het goed wordt afgestemd op de specifieke gedrag en het goed wordt uitgevoerd. Een belangrijk, wetenschappelijk feit over negeren is dat dieren die genegeerd worden, in eerste instantie het ongewenste gedrag intensiever of vaker zullen gaan vertonen. Als je niet sterk in je schoenen staat en tijdens deze voorspelbare, maar tijdelijke, gedragsuitbarsting stopt met negeren, dan zul je dit extremere gedrag gaan versterken! Aan de andere kant, als je doorzet en niet opgeeft, dan zal het gedrag uiteindelijk afnemen.
Het negeren van probleemgedrag is alleen effectief bij:
· gedragingen die in stand worden gehouden als gevolg van onze aandacht en
· gedragingen die volledig genegeerd kunnen worden.
Sommige gedragingen kunnen en mogen niet genegeerd worden. Bijten is een goed voorbeeld. Ondanks dat het bijvoorbeeld vaak wordt aangeraden om bijtgedrag bij papegaaien maar gewoon te negeren is dit geen praktische aanpak. Het is natuurlijk aan te bevelen om je reactie zo klein mogelijk te houden, maar je kunt moeilijk rustig blijven als een papegaai in je oor bijt. Daarbij komt nog dat de sensatie van het bijten waarschijnlijkeen versterkend effect heeft bij veel papegaaien, los van hoe wij erop reageren. De enige betrouwbare manier om een papegaai te leren om niet te bijten, is om hem in de eerste plaats hier niet de kans toe te geven. Natuurlijk moet zelfverwondend of ander gevaarlijk gedrag worden aangepakt. Dit doe je niet door te negeren. Je kunt dan beter een andere strategie kiezen.
Als je een milde straf toepast, zorg er dan voor dat er in verhouding meer positieve dan negatieve interactie is. In een omgeving vol met lof en aandacht, kan milde straf (zoals negeren) effectief zijn, zonder dat deze duidelijke negatieve bijwerkingen hebben. Toch zijn we niet allemaal in staat om goed te negeren of kunnen we simpelweg niet alle soorten gedragingen negeren. En, sommige mensen vinden het te moeilijk om het wegnemen van iets consequent toe te passen. Ken je eigen beperkingen en kies jouw aanpak om succes te garanderen.
Aversie
Aan het andere einde van het strafspectrum vind je het toedienen van aversieve (gevreesde) straf. Helaas is de lijst met voorbeelden lang en bij velen bekend. Bij aversieve straf kun je denken aan nat spuiten met een plantenspuit, voorwerpen naar de hond of zijn bench gooien, opsluiten, isoleren, schreeuwen en slaan, op de rug rollen, pijn doen.
Sommigen pleiten voor het gebruik van aversieve straf omdat het effectief zou zijn; echter ernstige problemen kunnen ontstaan door het toepassen hiervan, ook al pas je het maar voor korte tijd toe of als het toch enigszins effectief is. Hieronder geven we redenen waarom aversieve straf nooit gebruikt dient te worden bij gezelschapsdieren. Het is niet alleen onnodig, maar ook schadelijk. Dit is het belangrijkste wat je over straf zou moeten weten als je met dieren werkt.
Problemen met milde straf
Het gebruik van zelfs milde vormen van straf vraagt om zorgvuldige afweging en doordachte planning.
1. Ten eerste moet je de aard van het ongewenste gedrag bekijken. Het is niet fair als je natuurlijk gedrag probeert weg te nemen. Denk bijvoorbeeld het beruchte luide schreeuwen wat kaketoes doen zodra de zon opkomt, of het snuffelen wat honden doen tijdens een wandeling. Met een beetje creativiteit, kunnen we zelf het frustrerende of vervelende natuurlijke gedrag omzeilen. Misschien kun je even gaan douchen wanneer je kaketoe de dag luid schreeuwend begint, of gewoon de tijd nemen voor de wandeling zodat je hond zijn natuurlijke behoefte tot snuffelen kan bevredigen.
2. Ten tweede, houd zorgvuldig rekening met de oorzaak van het probleemgedrag. Heel vaak is het ongewenste gedrag een terechte uiting van onvervulde behoeften. Als dit het geval is, dan ligt de oplossing in het tegemoet komen aan die behoeften en niet in het behandelen van het probleemgedrag. Bijvoorbeeld, honden blaffen niet onophoudelijk als ze goed gevoed en gehuisvest zijn, als ze voldoende beweging en uitdaging krijgen, als ze zich bezig kunnen houden en als ze dagelijks tijd kunnen doorbrengen met familieleden.
Belonen versus straffen
Ten slotte, overweeg vervolgens hoe je het gedrag wilt veranderen. Als er een positieve manier bestaat in plaats van zelfs milde straf (en in onze ervaring is die er meestal), pas die dan toe. Beloningsgerichte trainingheeft allerlei positieve uitwerkingen en heeft geen van de nadelen van straf.
Positieve uitwerkingen voor je dier:
· hij leert om iets meer in plaats van minder te doen,
· hij leert nieuw gedrag aan in plaats van dat hij oud gedrag afleert,
· hij leeft in een omgeving waarin hij veel lof ontvangt,
· en het vergroot het gevoel dat alleen goede dingen gebeuren in de aanwezigheid van mensen – een vereiste voor vertrouwen.
Er zijn veel effectieve alternatieven voor straf. Het aanleren van acceptabel vervangend gedrag of het aanleren van gedragingen die niet samen gaan met het ongewenste gedrag, zijn twee voorbeelden die de moeite waard zijn om meer over te leren.
In het kort, stellen we voor om de volgende drie vragen te beantwoorden alvorens milde straf toe te passen:
1. Is het onredelijk of ongepast om van het dier te verwachten dat hij stopt zich op deze manier te gedragen?
2. Is het ongewenste gedrag een gevolg is van een onvervulde behoefte?
3. Is er een positieve leerstrategie die kan worden gebruikt in plaats van straf?
Indien het antwoord op een van deze vragen ja is, ga dan op zoek manieren om je verwachtingen bij te stellen, kom tegemoet aan de behoeften van het dier en/of pas een positieve leerstrategie toe zodat je jezelf en je dier helpt om samen op de lange termijn een goede relatie op te bouwen.
Onaanvaardbare bijwerkingen van aversieve straf
Wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van aversieve straf is niet nieuw, ook is het niet kleinschalig. Integendeel, het onderzoek naar deze effecten omvat meerdere decennia, en is veelvuldig onderzocht bij verschillende diersoorten, ook bij mensen. Hoewel de wijze waarop onderzoekers de resultaten beschrijven anders is, is er een constant patroon van negatieve reacties, welke consistent zijn waargenomen bij veel testdieren die zijn gestraft met aversieve gevolgen.
Het eerste voorspelbare neveneffect is een aanhoudende inspanning van het dier om aan de strafsituatie te ontsnappen. Als vluchten niet mogelijk is, kan het dier
1. zich terugtrekken van verdere interactie,
2. zijn reactie onderdrukken,
3. escaleren of agressie inzetten en/of
4. angst gaan overgeneraliseren, vaak tot het punt van fobie.
Voor de meesten van ons zijn deze bijwerkingen pijnlijk om over te lezen, laat staan om deze bij je eigen dier waar te nemen. Helaas, velen van ons zijn wel bekend met dieren die zichzelf terugtrekken en weigeren hun hok uit te komen. Deze arme zielen zitten vaak eindeloos ineengedoken in een hoekje van hun hok. Andere dieren reageren weer met onderdrukt gedrag. Ze weigeren contact te maken of stoppen zelfs met eten. Het komt voor dat honden hun eigenaar aanvallen of bang worden voor mensen en dingen die hen nog nooit iets hebben aangedaan.
Op basis van deze wetenschappelijke inzichten, is er geen rechtvaardiging voor het gebruik aversieve straf. Er zijn geen lange termijn voordelen en de gevolgen zijn ernstig.
Ironisch genoeg is het korte termijn effect van straf de reden waarom veel mensen het blijven gebruiken. Iedere keer als een dier het ongewenste gedrag minder vaak vertoont na het toedienen van straf, is dat een beloning voor degene die de straf toedient. Bijvoorbeeld, als je dier stopt met het kapot bijten van een voorwerp nadat je een schoen naar hem hebt gegooid, is de kans groot dat je vaker met schoenen zult gaan gooien. Dit vormt een belangrijke belemmering voor het verminderen van het gebruik van straf. Het is belangrijk om hierbij eens goed naar onszelf te kijken.
De toewijding om te veranderen
Hoe we onszelf ook noemen in relatie tot onze dieren, of dat nu huisdiereigenaar, verzorger, ouder of voogd is, we zijn allemaal leraren in de meest fundamentele zin van het woord. Elk moment wat we met onze dieren doorbrengen is een moment dat zij iets leren over hoe het is om met mensen te leven. In onze voortdurende rol als leraar, zouden we eigenlijk uit moeten gaan van het raadgevende beginsel wat artsen hanteren:Primum non nocere, “ten eerste doe geen kwaad”. Jaren van empirisch onderzoek met meer dan honderden wetenschappelijke experimenten hebben ons geleerd dat aversieve straf wel kwaad doet. We weten nu ook dat zelfs milde vormen van straf voorzichtig en met verstand van zaken gebruikt dienen te worden.
Het individuele karakter, de leeftijd, het ras en de geschiedenis van een dier voegen nog een extra niveau van complexiteit toe bij het kiezen van de beste strategie om gedrag te veranderen. Sommige dieren, die zelfverzekerd, sterk en vol vertrouwen zijn, herstellen snel na het toepassen van sommige strafmaatregelen. Met andere woorden, we kunnen soms goed wegkomen met minder verantwoorde leerstrategieën bij sommige dieren onder bepaalde omstandigheden, terwijl deze schadelijk zouden zijn bij anderen. Ervaring heeft echter geleerd dat hele jonge dieren, herplaatste dieren, en dieren met bestaande medische en / of gedragsproblemen bijzonder kwetsbaar zijn voor de negatieve gevolgen in relatie tot straf.
We zullen nooit alles te weten komen over gedrag; er zullen altijd variabelen zijn waar we geen invloed op hebben. Gedrag is gewoon te ingewikkeld en er bestaat dus ook geen kookboek met uitleg hoe we onze dieren moeten begeleiden, zodat we in de inhoudsopgave een probleemgedrag kunnen opzoeken en vervolgens een ‘gedragsrecept’ kunnen toepassen. Elke situatie is uniek en vereist zorgvuldige analyse en overweging op basis van informatie. Het tegemoet komen aan een goed aangepast, onafhankelijk, zelfverzekerd gezelschapsdier door positieve technieken te gebruiken, is meer dan alleen maar een toewijding tot het leren van nieuwe strategieën – het is ook een toewijding tot het veranderen van onze erfenis.
De tijd voor deze verandering is nu.
Auteur Dr Susan Friedman