Nieuws

Het Hondenlichaam; de Alvleesklier

De alvleesklier heeft twee belangrijke functies; de exocriene functie en de endocriene functie. Deze moeten duidelijk van elkaar onderscheiden worden.

Exocriene functie
alvleesklieDe exocriene functie heeft een belangrijke rol bij de spijsvertering; het verteren van voedsel. De alvleesklier produceert een sap dat via kleine buisjes uitkomt tot de grote pancreasbuis. De grote pancreasbuis bevindt zich circa 10 cm voorbij de sluitspier van de maag. Deze plek staat ook wel bekend als de Papil van Vater. Vlak voordat de buis uitmondt in de twaalfvingerige darm voegt deze zich samen met de galafvoergang. Het sap wordt vervolgens afgevoerd naar de twaalfvingerige darm. Lees meer over de exocriene functie. Endocriene klieren zijn organen welke hormonen afgeven. Exocriene klieren leveren de producten af buiten het lichaam. De traanklier is hier een goed voorbeeld bij. De bijnaam van deze klieren is ook wel afvoerklieren. Het verschil tussen exocriene klieren en endocriene klieren is dat de exocriene klieren een afvoerbuis hebben en de endocriene klieren niet. Endocriene klieren zitten daarnaast door het hele lichaam verspreid en zij kunnen hierbij veel verschillende vormen hebben.

Maar exocriene klieren hebben dus een afvoergang. Door deze afvoergang kunnen de producten welke deze klieren aanmaken naar de bestemde plek worden geleidt. Er is een klier in het lichaam welke exocrien en endocrien is, dit is de alvleesklier. Het endocriene gedeelte van de alvleesklier maakt insuline aan, een hormoon welke het suikergehalte in het bloed regelt. Het endocriene gedeelte van de alvleesklier maakt het darmsap.

Alvleesklier
De alvleesklier wordt ook wel pancreas genoemd. Dit komt uit het Grieks. De alvleesklier is dus een gemengde klier met zowel exocriene klieren als endocriene klieren. Dit orgaan heeft dus een dubbele afscheidingsfunctie. En deze functie bestaat uit uitwendige afscheiding voor de spijsvertering en inwendige afscheiding voor de koolhydraatstofwisseling. De alvleesklier zit retroperitoneaal in de buikholte. De alvleesklier bevindt zich achter de maag en de twaalfvingerige darm. De alvleesklier komt hierbij ook in contact met de linker nier en de bijnier in het lichaam. De alvleesklier ligt heel diep achterin het lichaam, hij ligt in de bovenbuik. Verscholen achter de maag en het achterste buikvlies maar wel voor de wervelkolom. Als er dus een medisch onderzoek plaats moet vinden op de alvleesklier dan kan dit heel erg lastig worden.
Als we kijken naar volwassenen dan is de klier 12 tot 15 cm lang. De alvleesklier weegt 70 tot 100 gram. De alvleesklier bestaat uit 3 delen: een caput, een corpus en een cauda.

Exocriene: uitwendige afscheiding
Exocrien gaat dus vooral om klieren welke externe producten aanmaken. De alvleesklier houdt zich op dit gebied vooral bezig met de productie van 1,5 tot 3 liter alvleessap. Hierin zitten inactieve spijsverteringsenzymen verwerkt. Deze inactieve enzymen zijn: trypsine, amylase, lipase en protease. Op het moment dat deze enzymen worden geactiveerd bevinden zijn zich al in het duodenum. Dit zorgt ervoor dat er geen afbraak van de alvleesklier plaats vindt. Daarnaast worden er nog grote hoeveelheden natriumcarbonaat toegevoegd aan het alvleessap. Dit zorgt er uiteindelijk voor dat het maagzuur genaturaliseerd wordt.

Aanmelden voor de nieuwsbrief

Aanmelden voor de nieuwsbrief