Nieuws
Habituatie
Wat is socialisatie?
Bij socialisatie leert een hond de nabijheid van andere levende wezens te accepteren en op een sociale manier met hen om te gaan. De periode waarin een pup het meest open staat voor leren en nieuwe ervaringen wordt ook wel de socialisatieperiode* genoemd en idealiter vindt het socialiseren zoveel mogelijk plaats in deze periode. Dit leerproces kan beginnen als een pup ongeveer drie weken oud is. De ervaringen die zij vanaf dat moment opdoen, hebben een groot effect op de emotionele ontwikkeling en daarmee ook op het toekomstige gedrag. (Natuurlijk tellen de ervaringen die zij opdoen tijdens de eerste drie weken van hun leven ook mee maar dit heeft meer betrekking op de interactie met de moederhond en niet zozeer met een socialisatieproces.) Tijdens het socialiseren hoort hij – onder begeleiding – in contact te komen met zoveel mogelijk verschillende mensen en dieren. Hoewel lichamelijk contact hierbij belangrijk is, is het raadzaam om bepaalde grenzen te stellen. Zo kan je bijvoorbeeld wel met hem naar een kinderboerderij om hem kennis te laten maken met de aanwezige dieren maar lang niet alle dieren zullen het op prijs stellen als hij ze aan wil raken. Leer hem daarom dat hij ook gewoon naar deze dieren kan kijken zonder dat hij er iets mee hoeft te doen (zie habituatie).
*Zie het artikel Socialisatie van een pup voor meer informatie over de verschillende fases van de socialisatieperiode.
Positieve ervaringen
Positieve ervaringen zijn bij het socialiseren van het grootste belang. De pup is nu immers nog lekker onbevangen en nieuwsgierig en zijn reacties zijn nog niet gekleurd door gebeurtenissen uit het verleden. Als hij de kans krijgt negatieve associaties te ontwikkelen, kan dit de basis vormen voor toekomstige problemen. Stel, hij wordt hardhandig vastgepakt door een kind of door een man met een baard; dit levert onprettige gevoelens op en hij leert dus in feite dat kinderen of mannen met baarden beter vermeden kunnen worden. Zeker als hij hierna geen positieve ervaringen meer opdoet met dit soort mensen, kan er uiteindelijk problematisch en ongewenst gedrag ontstaan. Zo kan hij bijvoorbeeld heel angstig worden zodra er een man met een baard opduikt, of hij kan agressief reageren als een kind hem probeert te aaien.
Door positieve ervaringen en associaties zal hij echter leren dat hij niks te vrezen heeft van de wereld en zal zijn angst voor het onbekende verminderen. Ook zal hij hierdoor sneller herstellen van eventuele schrikreacties.
Habituatie
Habituatie betekent gewenning; door de pup geleidelijk en herhaaldelijk bloot te stellen aan verschillende prikkels went hij eraan en leert hij ze te negeren. Deze prikkels kunnen bestaan uit voorwerpen, geluiden, geuren, situaties of andere levende wezens. Je kan het zien als een onmisbare aanvulling op of uitbreiding van het socialisatieproces.
Tijdens het socialiseren leert hij vooral dat andere levende wezens léuk zijn maar aan de andere kant wil je ook weer niet dat hij overal vol enthousiasme op af stuitert. Hij moet ook leren dat hij er bepaalde prikkels zijn waar hij niks mee hoeft te doen en waar hij gewoon voorbij kan lopen zonder erop te reageren. Denk hierbij aan rennende kinderen, boerderijdieren, aangelijnde honden, fietsers, joggers, paarden, enz.
Hetzelfde geldt voor allerlei dagelijkse geluiden en voorwerpen, zoals de stofzuiger, de wasmachine, een druk schoolplein, rollende kliko’s of het lopen over verschillende ondergronden. Dit zijn allemaal zaken waar je in eerste instantie misschien niet zo snel aan denkt maar dat is eigenlijk precies waar het om gaat; dingen die je zélf allang als normaal beschouwt, zal de pup ook als normaal moeten gaan ervaren.
Jong geleerd, oud gedaan?
Jong geleerd is dus oud gedaan? Nee, niet altijd. Hoe goed een hond ook gesocialiseerd en gehabitueerd is, er kunnen door allerlei andere oorzaken later alsnog problemen ontstaan. Medische factoren, ervaringen in de baarmoeder (als de teef tijdens de dracht veel stress ervaart, zal de pup hier ook iets van meekrijgen) of dingen die de pup meemaakt tijdens de eerste drie weken van zijn leven hebben allemaal invloed op de ontwikkeling van een hond. Laten we daarbij de rol die erfelijkheid (aanleg) kan spelen ook niet onderschatten. Sommige pups zijn bijvoorbeeld van nature al erg leergierig en onderzoekend en andere wat voorzichtiger en meer op hun hoede.
De omgeving en opvoeding zijn echter minstens zo invloedrijk. Door een pup van jongs af aan kennis te laten maken met en te laten wennen aan een diversiteit aan prikkels bied je hem een zeer stevige basis en maximaliseer je de kans dat hij zal uitgroeien tot een zelfverzekerde, sociale en stabiele hond. Socialisatie en habituatie creëren als het ware een soort catalogus met informatie waar de hond gedurende zijn leven uit kan putten. Hoe meer positieve informatie er in deze catalogus wordt opgeslagen, hoe beter hij is voorbereid op toekomstige ervaringen.
Het heeft geen zin om hem voortdurend onder te dompelen in en bloot te stellen aan nieuwe prikkels en ervaringen, hierdoor zal hij compleet overprikkeld raken (zie ook de 4 punten hieronder). Dit kan zich uiten in hyperactief of juist heel erg teruggetrokken gedrag. Het is ook mogelijk dat hij hierdoor angstig wordt voor nieuwe prikkels. Bouw daarom voldoende rustmomenten in zodat hij de kans heeft bij te komen van alle indrukken en deze op zijn gemak te verwerken.
Het gevaar van broodfok
Het mag inmiddels duidelijk zijn dat het heel belangrijk is dat er al vanaf jonge leeftijd veel aandacht wordt besteed aan het socialisatieproces, inclusief habituatie. Hier ligt dus ook een mooie taak weggelegd voor de fokker en gelukkig zijn er vele fokkers die hier heel goed in slagen. Er zijn echter nog teveel honden die in donkere schuren opgroeien en die nauwelijks in contact komen met andere mensen, dieren, voorwerpen, geuren en geluiden.
Veel broodfokkers spelen handig in op de groeiende weerstand tegen dit soort praktijken en vooral bij de grotere ‘bedrijven’ zie je dat de pups steeds vaker in lichte ruimtes met redelijk schone hokken worden gehouden. Sommige mensen zijn geneigd te denken dat de pups op deze manier dan toch wel de nodige socialisatie meekrijgen. Het ziet er immers best professioneel uit. Maar schijn bedriegt; er wordt uit het oog verloren dat de hokken nog altijd afgesloten hokken zijn en dat de pups nog altijd nauwelijks tot geen contact hebben met andere levende wezens, behalve dan hun nestgenootjes. Om over contact met andere soorten prikkels nog maar te zwijgen. Het gevaar van een gebrekkige – of zelfs geheel afwezige – socialisatie en habituatie moet echt niet worden onderschat. De kans dat een pup op deze manier afwijkend, onvoorspelbaar, angstig en/of agressief zal ontwikkelen, is erg groot en het komt helaas regelmatig voor dat dit soort honden uiteindelijk geëuthanaseerd moeten worden.
Hoe pak je dit aan in de praktijk?
Zorg er daarom voor dat je altijd een pup aanschaft bij een fokker die een actieve bijdrage levert aan het socialisatie- en habituatieproces. Hierna is het aan jou om het stokje over te nemen en je pup de wereld te laten zien. Onderstaand schema kan je hierbij wellicht als leidraad gebruiken.
- Breng de situaties in kaart waar je pup als volwassen hond waarschijnlijk mee te maken gaat krijgen en zorg dat deze sowieso een onderdeel zijn van het socialisatieproces. Als je bijvoorbeeld vaak op vakantie wil met de hond kan je hem eerst voorzichtig laten wennen aan korte autoritjes.
- Laat je pup op een kalme en niet-confronterende manier kennis maken met nieuwe situaties. Let goed op zijn gedrag; als hij tekenen van angst of onrust vertoont, probeer hem dan gerust te stellen en neem wat afstand van de nieuwe prikkel. Neem de rust en de tijd om hem te laten wennen. Dwingen werkt absoluut averechts!
- De pup mag af en toe best een klein beetje aarzelen in nieuwe situaties of bij nieuwe prikkels, dit hoort op zich bij een normale en gezonde manier van leren. Als zijn onzekerheid in het begin van normaal niveau is, zou hij naarmate hij vaker wordt blootgesteld aan de prikkel meer moeten ontspannen en meer interesse moeten tonen.
- Onderneem actie als je je zorgen maakt over het gedrag van je pup; het is altijd beter om te voorkomen dan te genezen. Als de pup onzekerder of angstiger wordt in alledaagse situaties, kan je proberen hem nog langzamer te laten wennen aan de specifieke prikkels (zie ook systematische desensitisatie). Als je twijfelt over de juiste aanpak, neem dan contact op met een gedragsdeskundige.
Credits
Dit artikel is geschreven door Charlotte Phebe Post, Tekstschrijver & Cognitief Kynoloog.