Nieuws
Twee kanten van de trainingsmedaille
Maar een mening over ‘positief trainen’. Die hebben wij eigenlijk niet.
Simpelweg omdat er zo ontzettend veel méningen zijn over positief trainen. Zo veel ideeën, zoveel gedachten. Het zou ons niet verbazen als er geen twee hondentrainers in Nederland zijn, die exact hetzelfde denken, als deze twee woorden klinken.
Als Koninklijke Hondenbescherming zijn we vooral voor doordacht aan de slag zijn met je hond. Als professional, en als houder:
- snappen waar je mee bezig bent, als je opvoedt, traint, managet;
- weten wat corrigeren is, wat bekrachtigen is, wat positieve en negatieve correctie/bekrachtiging inhouden;
- goed kijken en vertolken wat je ziet tijdens het leerproces dat je met een hond bent aangegaan.
Gaat het om het label of om de inhoud?
Te vaak klinkt ‘positief trainen’ positief, terwijl het dat niet automatisch is voor de hond. Ook ‘positief trainen’ moet goed worden doordacht en met een scherpe blik op het dier en het proces worden uitgevoerd. Anders wordt ‘positief’ toch echt ‘negatief’, voor het dier en/of voor het resultaat.
Te vaak ook, maakt het label dat een bepaalde ‘methode’ zonder pardon wordt weggezet. ‘Positief trainen’ wordt dan door tegenstanders afgedaan als iets voor ‘mevrouwtjes die simpelweg niet met honden kunnen omgaan’. Waardoor het niet aanzet tot nadenken over mogelijke verbetering van de eigen ‘andere’ methode.
Het label lijkt dan belangrijker dan nadenken over waar een methode op is gestoeld of wat je eigenlijk aan het doen bent tijdens het toepassen daarvan.
Twee kanten van de medaille – resultaat en ethiek
Bij elke ‘methode’ zijn twee kanten aan de medaille. Aan de ene kant is er de vraag of een trainingsmethode werkt. Sorteert wat je doet het gewenste effect? Bereik je het doel dat je met de hond voor ogen had? Is er – met andere woorden – resultaat?
Aan de andere kant is er ethiek.
Is het wel fair wat je van de hond vraagt en hoe je hem behandelt op weg naar jouw doel? Een hond heeft namelijk ‘intrinsieke waarde’. Dat betekent dat hij als zichzelf, los van ons en wat wij met of van hem willen, recht heeft op minimaal een leven dat het leven waard is. En liever nog: een goed leven.
Dat betekent onder andere dat hij zijn natuurlijk gedrag voldoende moet kunnen tonen en dat hij lichamelijk ongemak, pijn, angst en stress moet kunnen voorkomen of snel moet kunnen verminderen. Wanneer we, door welke trainingsmethode dan ook daar onvoldoende oog voor hebben, schaden we het welzijn van de hond.
Wanneer we als positieve trainer, roedeltrainer, correctietrainer, alfatrainer of weten-wij-veel-wat-voor-trainer, onvoldoende duidelijk zijn door slechte timing, slechte opbouw, slechte afbakening, slecht doordachte trainingsplannen. Wanneer we alleen kijken naar het resultaat dat wíj willen bereiken en niet naar wat de hond nodig heeft voor een leven in welzijn. Dan zijn we incorrect bezig en is het hoog tijd om meer te gaan leren over honden, over leren, over hondentaal. En minder bezig te zijn met hoe we ons noemen, labelen of vermarketen als trainer of aanhanger van een methode.
Wij hebben geen mening over ‘positief trainen’.
Vandaar… dat we geen mening hebben over ‘positief trainen’. Maar dat we wel groot voorstander zijn van het aanleren van gewenst gedrag en het voorkomen/remmen van ongewenst gedrag. Mét oog voor het welzijn van de hond. En met meer aandacht voor wat je als houder of professional aan het doen bent en waarom, dan voor het label dat je daaraan hangt.
Met dank aan de studenten Hogeschool In holland.